-
1 zinken als een baksteen
zinken als een baksteen -
2 zinken als een baksteen
zinken als een baksteenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zinken als een baksteen
-
3 zinken als een baksteen
прил.общ. камнем идти ко дну -
4 zinken als een baksteen
sofort und schnell sinken -
5 baksteen
♦voorbeelden:iemand laten vallen als een baksteen • laisser tomber qn. comme une vieille chaussette -
6 baksteen
I 〈de〉1 [gebakken steen] brick♦voorbeelden:zinken als een baksteen • sink like a stone〈 figuurlijk〉 iemand laten vallen als een baksteen • drop someone like a hot brick/hot potato1 [stof] brick♦voorbeelden: -
7 chien
chien1 [sĵjẽ]〈m.〉♦voorbeelden:chien de chasse • jachthondchien de garde • waakhondchien de temps, temps de chien • hondenweerchien courant • jachthond(la rubrique des) chiens écrasés • de gemengde berichtenfaire le jeune chien, être bête comme un jeune chien • zo dartel zijn als een jonge hondattention! chien méchant! • pas op voor de hond!garder à qn. un chien de sa chienne • nog een appeltje met iemand te schillen hebbenn'être pas bon à jeter aux chiens • het aankijken niet waard zijn〈 spreekwoord〉 qui veut noyer son chien l'accuse de la rage • als men een hond wil slaan, kan men licht een stok (knuppel) vindenporter des chiens • een pony dragense regarder en chiens de faïence • elkaar stilzwijgend zitten uit te dagenmalade comme un chien • zo ziek als een honds'entendre, vivre comme chien et chat • als kat en hond levennager comme un chien de plomb • zinken als een baksteenen chien de fusil • met opgetrokken knieën————————chien2 [sĵjẽ],chienne [sĵjen]1. m1) hond2) elegantie, charme, sex-appeal3) haan [geweer]2. chien/chienneadj1) gemeen, hardvochtig2) gierig, zuinig -
8 caillou
〈m.〉♦voorbeelden:cailloux d'empierrement • straatkeientas de cailloux • steenhoop, grindhoopcasser des cailloux • keien kloppenmarquer qc. d'un caillou blanc • iets als een mijlpaal beschouwenavoir un caillou à la place du coeur • een hart van steen hebben1. m1) kiezelsteen2) edelsteen, diamant3) kale knikker2. caillouxm pl -
9 swim
n. zwemmen--------v. zwemmen; drijvenswim1[ swim] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 have/go for a swim • gaan zwemmen, een duik (gaan) nemen¶ be in/out of the swim • (niet) op de hoogte zijn, (niet) meedoen————————swim22 vlotten ⇒ drijven, zweven♦voorbeelden:swimming in butter • drijvend in de boterII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 doen/laten zwemmen/drijven♦voorbeelden: -
10 meule
meule [meul]〈v.〉1 hooiberg ⇒ hooischelf, (hooi)mijt♦voorbeelden:f1) hooiberg, mijt2) slijpsteen4) molensteen5) motorfiets -
11 камнем идти ко дну
ngener. zinken als een baksteenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > камнем идти ко дну
-
12 swim to the bottom/like a stone
swim to the bottom/like a stone -
13 pic
pic [piek]〈m.〉2 bergtop ⇒ bergspits, piek, hoogste punt3 specht♦voorbeelden:arriver à pic • op het juiste moment komentomber à pic • goed van pas komenm1) pikhouweel2) bergtop, bergspits, piek3) specht -
14 couler à pic
couler à pic -
15 nager comme un caillou
nager comme un caillou〈m.b.t. zwemmen〉 zinken als een baksteen -
16 nager comme un chien de plomb
Dictionnaire français-néerlandais > nager comme un chien de plomb
-
17 nager comme une meule de moulin
nager comme une meule de moulinDictionnaire français-néerlandais > nager comme une meule de moulin
-
18 камнем идти ко дну
ngener. zinken als een baksteen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Французский